Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Bij de programma’s 1 tot en met 7 worden de desbetreffende lasten en baten weergegeven. Bij veel van de programma’s zijn de baten lager dan de lasten. De programmatekorten worden bekostigd uit de algemene dekkingsmiddelen, waarvan de uitkering uit het Gemeentefonds en de onroerende- zaakbelastingen (ozb) de belangrijkste zijn. In het overzicht ‘Algemene dekkingsmiddelen’ wordt een specificatie gegeven van baten en lasten, onttrekkingen en stortingen van zowel begroot als gerealiseerd. Het beleid omtrent lokale heffingen is verwoord in de desbetreffende paragraaf ‘1 Lokale heffingen’.

De algemene dekkingsmiddelen kennen in tegenstelling tot de riool- en afvalstoffenheffing geen vooraf bepaald bestedingsdoel. De niet vrij aanwendbare heffingen worden, evenals de ontvangsten van specifieke uitkeringen, in de programma’s verantwoord.

Lokale heffingen
Voor een toelichting over het beleid met betrekking tot de lokale heffingen wordt verwezen naar de paragraaf ‘1 Lokale heffingen’.
De ozb-inkomsten worden gecorrigeerd voor de lasten die betrekking hebben op de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ).

Gemeentefonds
De raming van de algemene uitkering 2023 is bij de najaarsnota 2023 voor het laatst bijgesteld. De mutaties uit de decembercirculaire 2023 zijn betrokken bij het opstellen van de jaarrekening.  De afwijking tussen begroting en realisatie wordt toegelicht bij het kopje "toelichting op baten en lasten programma". 

Dividenden
De gemeente ontvangt jaarlijks dividenduitkeringen uit hoofde van haar aandelen in diverse ondernemingen.
De gemeente heeft aandelen in de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), Wadinko, Enexis en Twence.  

 

Dividenden	primaire begroting 2023	begroting na wijziging 2023	realisatie 2023
BNG	600.000	760.000	761.865
Wadinko	45.000	106.500	56.509
Enexis (achtergestelde lening)	3.000	0	0
Enexis	50.000	85.000	83.482
Twence	300.000	706.000	705.729
Kapitaallasten rente baten	-12.500	0	0
Totaal	985.500	1.607.500	1.607.585

 

Saldo financieringsfunctie
Het saldo van de financieringsfunctie is het verschil tussen de werkelijk betaalde rente (leningen, rekening courant) en de ontvangen rente (uitgezet kort geld en verstrekte hypotheken gemeentepersoneel). Hierbij wordt geen rekening gehouden met de bespaarde rente en de gevolgen van de renteomslagberekening. De gevolgen hiervan zijn verantwoord onder de Overige Eigen Middelen. Het saldo van de financieringsfunctie bedraagt afgerond € 900.000 aan meer betaalde dan ontvangen rente. Aan betaalde rente is een bedrag verantwoord van ruim € 984.000. Het bedrag aan ontvangen rente is circa € 84.000. De betaalde rente bestaat grotendeels uit rente op langlopende financiering en een minimaal bedrag aan kortlopende financiering. 

Stelposten/onvoorzien
De geraamde stelposten zijn ingezet en/of vrijgevallen in 2023. 

 

Binnen dit programma worden de volgende afwijkingen hieronder verklaard. Deze afwijkingen zijn niet één op één terug te vinden in bovenstaande tabel omdat de baten en lasten veelal verdeeld zijn over meerdere kostenplaatsen/producten binnen het financiële programmaoverzicht.

•    Budgetoverhevelingen (voor een specificatie, zie bijlage)	€ 309.000	V
•    Toevoeging reserves	€ 1.443.000	N
Van de ontvangen bijdragen voor opvang ontheemden (Oekraïners) is € 1.221.000 conform afspraak toegevoegd aan de reserve ontheemden. Deze ontvangst was nog niet voorzien. Zie hiervoor programma 3. Samen zorgen. Aan de reserve energiearmoede is € 224.000 toegevoegd die niet geraamd was. De lagere lasten staan op P5. Ondernemen en werk. Tot slot is er € 127.000 onttrokken aan de reserve gebouwenbeheer. De lasten vindt u tot € 88.000 terug op programma overhead. De overige lasten staan op andere programma's. Deze reservemutaties zijn daarmee budgettair neutraal in deze jaarrekening opgenomen. Tot slot zijn er minder (kleinere) bedragen onttrokken voor uitgaven die niet zijn gedaan. De voordelen staan op andere programma's, het nadeel op dit programma (€ 125.000).
•    Algemene uitkering	€ 989.000	V
Per saldo wordt meer ontvangen van het Rijk voor de algemene uitkering. Belangrijkste reden is een ontvangst van € 1,4 miljoen voor specifieke stortingen, waarvan € 1,1 miljoen voor energiearmoede. Deze bedragen worden via resultaatbestemming beschikbaar gehouden voor het doel waarvoor deze middelen ontvangen zijn. Resteert daarnaast een nadeel van afgerond € 0,4 miljoen door aanpassingen van aantallen en maatstaven. De maatstaf huishoudens met laag inkomen levert het grootste nadelige verschil op.
•    Rente bedrijfsvoering	€ 208.000	V
Door gestegen rentetarieven en een betere liquiditeit is er vooral meer rente ontvangen in de laatste maanden van 2023. Ook de uitgaven zijn lager omdat minder geleend hoefde te worden. Per saldo een rentevoordeel van € 208.000.
•    Algemene uitgaven en inkomsten	€ 294.000	N
In verband met Corona in de jaren 2020 tot en met 2022 geen invordering van belastingschulden gedaan. Bij de bepaling van de post dubieuze debiteuren resulteerde dit in een nadeel van € 167.000 ten opzichte van de raming. De verlofverplichtingen zijn toegenomen. Aan de voorzieningen spaarverlof is daarom een bedrag van € 127.000 toegevoegd.
•    Diverse kleine verschillen < € 75.000	€ 170.000	N