Bijlagen

Binnen de Europese Unie zijn het EMU-saldo en de EMU-schuld de belangrijkste indicatoren voor de gezondheid van de overheidsfinanciën.
Beiden zijn afgeleid van de cijfers over de sector overheid uit de nationale rekeningen.

Het EMU-saldo is het verschil van inkomsten en uitgaven van de overheid. Inkomsten en uitgaven worden daarbij geboekt in het jaar dat economische waarde gecreëerd wordt of wanneer een recht dan wel verplichting ontstaat. 
Het is gelijk aan het vorderingensaldo van de sector overheid in de nationale rekeningen.

De EMU-schuld is gedefinieerd als de geconsolideerde overheidsschuld, gewaardeerd tegen nominale waarde, exclusief de transitorische schuld en de schuld op de titel financiële derivaten. 
Door het verschil in waarderingsgrondslag is de som van de schuldtitels van de EMU-schuld (nominaal) niet gelijk aan de som van de schuldtitels in de nationale rekeningen (marktwaarde). 
De schuld bestaat uit de titels: chartaal geld, kortlopende waardepapieren, obligaties, kortlopende leningen en langlopende leningen.

Onderstaand een overzicht van incidentele baten en lasten >= € 50.000.

Landelijk was er in 2010 veel aandacht voor krimpgemeenten. Zo kende het gemeentefonds voor de periode 2011 - 2015 een krimpmaatstaf om gemeenten in de provincies Groningen, Zeeland en Limburg met een sterke bevolkingsdaling van extra middelen te voorzien om de lasten van bevolkingsdaling te kunnen opvangen en de noodzakelijke herstructurering te kunnen doorvoeren. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft de gemeenten die via de krimpmaatstaf middelen krijgen, daarom gevraagd een dergelijke paragraaf bij hun begroting en jaarstukken op te nemen. BZK heeft daartoe in 2010 een Handreiking opgesteld. Een aanvulling hierop is gemaakt door het Nationaal Netwerk Bevolkingsdaling (NNB).

De handreiking geeft de volgende onderwerpen aan:
•    ontwikkeling bevolking (totaal maar vooral ook op aspecten als leeftijdscategorie, aantal huishoudens, samenstelling beroepsbevolking, opleidingsniveau);woningen, leegstand, capaciteit bestemmingsplannen; voorzieningenniveau: wat vinden (groepen van) inwoners belangrijk voor de leefbaarheid binnen de gemeente, hechten zij aan het bestaan van bepaalde voorzieningen. Wat zijn de vooruitzichten voor het draagvlak voor voorzieningen op het gebied van onderwijs, zorg, sport en cultuur (voortbestaan bloeiend verenigingsleven). Wat kunnen burgers, verenigingen zelf doen om die voorzieningen in stand te houden, te beheren.

Hoewel de gemeente Rijssen-Holten geen krimpgemeente is, leek het ons, omdat Twente een krimp-anticipeergebied was, goed een begin te maken met een paragraaf demografische ontwikkeling. Per 
1 januari 2015 is de Twentse status als krimp anticipeergebied voorlopig opgeheven. Toch is het goed om de ontwikkelingen in beeld te houden. We starten met een eenvoudige demografie. Al naar gelang de behoefte kan dit verder worden uitgewerkt. In onderstaande zijn de volgende onderwerpen aangegeven:
•    Ontwikkeling bevolking (aantallen, leeftijdscategorie, aantal huishoudens, migratie, natuurlijke aanwas, prognoses bevolkings- en huishoudensontwikkeling e.a.)

Voor een actueel overzicht van meer demografische ontwikkelingen en statistische gegevens verwijzen wij u naar www.rijssen-holten.incijfers.nl