Overhead

Overhead

Terug naar navigatie - Overhead

Het BBV schrijft in artikel 8 voor dat er in de begroting een overzicht moet worden opgenomen van de kosten van overhead. De wijze waarop we dit presenteren is vrij waarbij er minimaal onderscheid moet worden gemaakt tussen baten en (netto)lasten.

De definitie overhead in het BBV is een andere dan die wij in Rijssen-Holten toepassen. 
Zo rekenen wij de kosten van bestuursondersteuning college niet tot de overhead. Het BBV schrijft dit wel voor. Deze lasten rekenen wij niet door in onze tarieven van medewerkers en daarmee ook niet in onze producten.
Verder rekenen wij de kosten van leidinggevenden tot het interne uurtarief. Hierin zijn met name alle directe salarislasten opgenomen. Het BBV schrijft voor deze lasten als overhead te beschouwen. Voor de berekening van het uurtarief van medewerkers heeft dit geen gevolgen. Alleen de verhouding tussen salarislasten en overhead wijzigt.

In de voorliggende begroting is de bestendige gedragslijn van Rijssen-Holten gevolgd bij het bepalen van de uurtarieven van medewerkers.

Op grond van BBV-voorschriften ontstaat het volgende overzicht:

Bedragen x €1.000
Exploitatie Primair begroting 2023 Gewijzigde begroting 2023 Realisatie 2023 Saldo 2023
PRG1.20 20 Indirecte producten
PRDP002 Concerncontrol 887 886 875 11
PRDP003 Financiële dienstverlening 1.702 1.663 1.644 19
PRDP004 Personeel en organisatie 1.037 1.247 1.146 101
PRDP005 Informatiseringautomatisering 2.949 3.144 3.205 -61
PRDP006 Huishoudelijke dienstverlening 1.194 1.153 1.146 6
PRDP007 Gebouw-accommodatiebeheer 1.510 2.249 2.359 -110
PRDP008 Materieel 156 158 160 -2
PRDP070 Salarissen 1.933 4.938 4.279 659
PRDP101 Bestuursondersteuning college 1.730 1.996 2.028 -32
Totaal 20 Indirecte producten 13.098 17.435 16.843 592

Toelichting overhead

Terug naar navigatie - Toelichting overhead

Binnen dit programma worden de volgende afwijkingen hieronder verklaard. Deze afwijkingen zijn niet één op één terug te vinden in bovenstaande tabel omdat de baten en lasten veelal verdeeld zijn over meerdere kostenplaatsen/producten binnen het financiële programmaoverzicht.

•    Overhevelingen € 54.000 V
•    Informatisering en automatisering € 80.000 N
Voor de aanschaf van ICT middelen is € 80.000 meer uitgegeven. Dit is eenmalig van aard door de groei van het personeelsbestand.
•    Gebouw-accommodatiebeheer € 110.000 N
Per saldo is er voor onderhoud aan gemeentewerf en gemeentehuis € 110.000 meer uitgegeven. Het betreft vooral groot onderhoud (€ 88.000). De kosten hiervan worden gedekt uit de reserve gebouwenbeheer. De lasten staan op dit programma, de onttrekking aan de reserve leidt tot een voordelig verschil op P15. Algemene dekkingsmiddelen en voorzien van € 88.000.
•    Salarissen € 720.000 V
Op dit programma ontstaat een voordelig verschil op salarislasten van € 737.000. Dit ontstaat globaal door de volgende oorzaken:
* Op programma 4. Cultuur en Sport staat een nadeel van € 116.000. Op dit programma ontstaat een voordeel van gelijke grootte. Per saldo is dit budgettair neutraal. Dit is administratief technisch van aard.
* Voor zieke medewerkers en medewerkers met ouderschapsverlof wordt een vergoeding ontvangen. De regels voor vergoeding van ouderschapsverlof is versoepeld en de laatste maanden zijn meer ziektegelden ontvangen dan voorzien. Verder zijn diverse incidentele bijdragen ontvangen voor mensen met een laag inkomen, arbeidsongeschiktheid en loonkostensubsidie. In totaliteit gaat het om € 210.000 ontvangen bijdragen.
* In de vergoedingensfeer vallen de lasten € 150.000 lager uit. Onder meer de aankoop van verlof neemt toe. Bij de voorbereidingen voor de Kadernota 2025-2028 is hier naar gekeken. Het budget voor vergoedingen wordt daarom vanaf de voorjaarsnota 2024 met € 100.000 structureel naar beneden bijgesteld.
* Een groter deel van de salarislasten kon worden toegerekend aan kostendekkende taken en projecten. Per saldo levert dat een voordelig verschil op van € 103.000.
* Voor het op orde brengen van het archief is een voorziening gevormd. Hiervan kan een bedrag van € 55.000 vrijvallen.
* Het resterende verschil bestaat uit minder uitgegeven salarislasten. Met name nog niet ingevulde vacatures en minder ingehuurd personeel dan geraamd ligt hieraan ten grondslag (€ 136.000).
•    Diverse kleine verschillen < € 75.000 € 8.000 V