Het financieel perspectief is gebaseerd op het beleid zoals vastgesteld in de programmabegroting 2022-2025. Daarnaast is rekening gehouden met de gegevens uit de Voorjaarsnota 2022 en de Meicirculaire 2022. Verder zijn ramingen zoals gebruikelijk zo reëel mogelijk opgesteld.
In de volgende tabellen laten wij het verloop van het structurele en incidentele perspectief zien van de programmabegroting 2022 tot de conceptbegroting 2023. De belangrijkste afwijkingen hebben wij kort voor u toegelicht. Wij maken u erop attent dat de bedragen cumulatief zijn weergegeven.
Structureel perspectief (bedragen x € 1.000)

Toelichting verschillen
Bij de uitwerking van de begroting zijn diverse kleinere aanpassingen gedaan. De vrijval van kapitaallasten valt vooral in 2024 en 2025 wat lager uit dan eerdere berekeningen.
Incidenteel perspectief (bedragen x € 1.000)

Toelichting verschillen
1. Zoals gebruikelijk wordt aan de bestaande meerjarenraming een jaarschijf toegevoegd.
2. De effecten van de meicirculaire 2022 zijn toegevoegd. Deze circulaire moet als basis voor deze begroting worden genomen. Dit is een eis van de toezichthouder (provincie).
3. Voor de uitvoering van wettelijke taken wordt de formatie uitgebreid. De afschrijvingstermijn voor kunstgrasvelden is afgestemd op de gebruiksduur. Verder is rekening gehouden met minder leges als gevolg van de (beoogde) invoering van de Wet Kwaliteitsborging.
4. De voorstellen voor nieuw beleid in de periode 2023-2026 zijn hier samengevat. Details vindt u hierna onder het kopje Prioriteiten begroting 2023-2026.
5. Oplopende rente, een nieuw af te sluiten brandverzekering, hogere energielasten en gestegen brandstofprijzen zijn de belangrijkste ontwikkelingen die onder deze noemer zijn samengevat. Het betreft ontwikkelingen van bestaand beleid zonder keuze.
6. De structurele ontwikkelingen en keuzes werken door naar het incidentele perspectief. Het structurele saldo dat jaarlijks resteert wordt lager. Er blijft minder ruimte om eenmalig invulling aan te geven.