De paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen bevat ten minste de volgende kapitaalgoederen:
a. wegen;
b. riolering;
c. water;
d. groen;
e. gebouwen.
Van de kapitaalgoederen wordt aangegeven:
a. het beleidskader;
In het beleidskader worden door de raad de kaders vastgesteld voor het beleid ten aanzien van
het onderhoud van de kapitaalgoederen. De raad stelt hierin het gewenste onderhoudsniveau vast.
Het beleidskader is geldig totdat er een nieuw beleidskader wordt vastgesteld. Als de looptijd van het beleidskader is afgelopen kan de raad het beleidskader verlengen door dit op te nemen in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen. Voor het wijzigen van het kwaliteitsniveau wordt een nieuw beleidskader vastgesteld.
b. de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties;
Hier worden de financiële consequenties van het beleidskader opgenomen.
c. de vertaling van de financiële consequenties in de begroting.
In deze paragraaf wordt ook opgenomen hoe de ramingen in de begroting, de exploitatie of ten laste van een onderhoudsvoorziening worden gebracht.